Nieuws van de vestigingen Jurriëns Bouw <<< Nieuwsindex Sanatorium Zonnestraal |
tekst door Ruth van der Puijl
Op 12 juni 2001, op de dag af 73 jaar na de opening van het hoofdgebouw gaf staatssecretaris Van der Ploeg het startschot voor de restauratie van het complex Zonnestraal. Jurriëns Bouw stond reeds in de startblokken om dit jonge monument aan te pakken Zonnestraal werd opgericht voor diamantarbeiders die door het diamantslijpen leden aan tuberculose. De mensen werden behandeld en door middel van arbeidstherapie en nazorg weer voorbereid op de terugkeer in de maatschappij. De gebouwen werden ontworpen door Jan Duiker, in samenwerking met B. Bijvoet en als constructeur G.J. Wiebenga. Op een terrein van circa 120 ha, middenin het Loosdrechtse Bos te Hilversum staan de gebouwen die bekend staan om de helderheid, het ranke lijnenspel en de transparantie en die te samen het zogenaamde Duiker-ensemble vormen. Het hoofdgebouw bevatte de algemene voorzieningen zoals keukens, het badhuis, het ketelhuis, de administratie en een eetzaal. Ook is er een klein aanbouwtje voor de terminale patiënten. Het Dresselhuijs- en het Termeulenpaviljoen lagen ter weerszijden van het hoofdgebouw en huisvestte ieder 50 patiënten. De patiënten hadden ieder een eigen kamer, die destijds direct aan de heide lag, gericht op het zuiden of zuid-oosten. Zo konden zij genieten van veel licht, de rust en de schone boslucht. Het Dresselhuijs wordt sinds 1973 niet meer gebruikt, met als gevolg dat de bomen naar binnen groeien, de profielen van de stalen ramen 2 maal zo dik zijn geworden en de dunne daken hier en daar op instorten staan. Het is voor de fotografen nog steeds een zeer gewild object, misschien wel juist omdat het een mooie ruïne aan het worden is. Het Termeulen paviljoen is 5 jaar geleden opgeknapt. Er is een zorghotel gehuisvest, een dagbehandeling voor bloedprikken, laserbehandelingen en een afslankkliniek. Er staan 4 werkplaatsen waar de patiënten aan arbeidstherapie deden. Deze loodsen zijn dan ook door patiënten gebouwd. Hier werden allerlei timmerwerkzaamheden verricht, er werd aan metaalbewerking gedaan, boeken gebonden en er werden meubels gemaakt en gestoffeerd. Iets verder afgelegen staat het cirkelvormige dienstbodenhuis "de Koepel", waar 16 kleine kamers waren voor het personeel. Dit in 1997 gerestaureerde gebouw huisvest nu een informatiecentrum waar soms tentoonstellingen worden gehouden. Het ensemble staat bekend als het grote voorbeeld voor de stroming "het Nieuwe Bouwen". Eén van de aspecten die bij deze stroming horen is het idee van de wegwerpgebouwen: de gebruikseisen van een gebouw worden gekoppeld aan de (korte) levensduur. Het gebouw werd immers specifiek voor tbc patiënten gebouwd en omdat men dacht dat die ziekte binnen 30 jaar uitgeroeid zou zijn, werd uitgegaan van een functionele levensduur van zo'n 30-50 jaar. Wij hebben nu dus de opdracht gekregen om een wegwerpgebouw -dat eigenlijk al 40 jaar 'te oud' is- te restaureren en te bewaren voor de eeuwigheid ! De gebouwen (met uitzondering van de werkplaatsen) hebben een draagconstructie van beton. Materiaal was in de jaren 30 relatief duur en deze constructie is zo economisch mogelijk gebouwd: consoles en balken zijn smal waar dat mogelijk was en de vloeren zijn maar 8 tot 12 cm. dik! Destijds voldeed alles net aan de normen, maar voor hedendaags gebruik moeten hier extra voorzieningen getroffen worden. De afbouwconstructie is zo licht en dun mogelijk met erg veel glas en staal. Tijdens de bouw is geëxperimenteerd met het prefabriceren van diverse onderdelen, zodat de onderdelen met een korte levensduur makkelijk vervangen zouden kunnen worden. Ook de kleurstelling geeft de gebouwen een luchtige uitstraling: wit stucwerk met lichte, hemels- blauwe kozijnen voor het hoofdgebouw en gele kozijnen voor de werkplaatsen. De geometrische opbouw van het complex is op te tekeningen duidelijk te zien, zowel de assen die met name in het hoofdgebouw aanwezig zijn als het maatsysteem van 1,50 m1 h.o.h. Deze maten hangen samen met de normen uit die tijd: bekisting mocht bij een maximale overspanning van 3 meter eerder ontkist worden. Wederom een economische oplossing. Het hoofdgebouw is op enkele punten na geheel kaal gemaakt tot op het betonskelet. Eén gevel wordt gerestaureerd, verder worden overal nieuwe stalen kozijnen aangebracht, boven geïsoleerde borstweringen. Het glas is ook een verhaal apart: vanwege de nieuwe functie was dubbel glas op bepaalde plaatsen gewenst. Wie wil immers bij een arts op een behandeltafel liggen als het ijs op de ramen staat? In de stoeltjesprofielen komt nu dubbel glas met een minimale dikte en een minimale spouw, zodat de ergste koudeval verminderd wordt. Het was behoorlijk zoeken om glas te vinden dat de onregelmatigheid ('trekstrepen") conform het authentieke glas had, maar dat wel zo helder mogelijk was. Uiteindelijk zal het glas uit Litouwen komen. De vloeren worden constructief versterkt waarna de poriso binnenwanden met stalen bovenlichten zullen worden geplaatst. Vanwege nieuwe eisen komt er een (glazen) lift in het gebouw. Na de restauratie zal het complex een medische functie houden, maar dan in een aantal hedendaagse varianten. Zo zullen mensen met bijvoorbeeld rsi-en andere stress klachten en mensen met overgewicht hier behandeld worden waarbij hedendaagse behandelmethodes als lasertherapie gebruikt zullen worden. De grote zaal van het hoofdgebouw zal gebruikt worden voor symposia, tentoonstellingen, cursussen etc. Tevens is het de bedoeling dat er een zorghotel komt voor mensen die na een ziekenhuisopname bij kunnen komen. |